zondag 2 maart 2014

Schoolmeester

Bij een kennismaking grap ik wel eens dat ik 'genetisch belast' ben.

Dan kan ik daarna uitleggen hoe onvermijdelijk het is om met leren bezig te zijn, omdat ik afkomstig ben uit een onderwijsnest. Het gezin was juf, leraar, orthopedagoog of leerlingbegeleider. En zelfs mijn opa, die het verkeerde vak had gekozen, was schoolmeester in zijn vrije tijd. Vanaf (de) jong kreeg ik dus de focus op leerprocessen mee. Gesprekken aan de keukentafel gingen erover, en al snel was ik zelf ook bezig met het geven van bijlessen, het schrijven van educatieve boeken, het kritisch meedenken op facultair en universitair niveau, en het geven van onderwijs zelf. Eerst als student-assistent, en later (nou ja, op mijn 24e) als parttime docent.

En dat terwijl ik in eerste instantie toch aardig leek te ontsnappen aan mijn noodlot: ik studeerde Industrieel Ontwerpen aan de TU Delft, en kon me uitleven in creatieve concepten en User Experience. Ik heb ook best wat successen geoogst als ontluikend zelfstandig productontwerper. Toch lag daar mijn hart niet echt. Toen ik trots naar huis belde om te vertellen dat ik me wsja, eer meer ging richten op het onderwijs, was de reactie: "En dàt noem je goed nieuws?!" Jawel. Want juist de combinatie van ontwerpen, 'nieuwe' media en leren ben ik sindsdien fascinerend blijven vinden. De rol verbreedde daarbij van ontwerper, naar consultant en project- en teamleider.

Het (online) leerproces staat afgelopen 15 jaar centraal; pas afgelopen tijd ben ik weer meer en meer voor groep te vinden. Dit jaar gastcolleges op diverse hogescholen, workshops voor bijvoorbeeld Achema en Railinfra en presentaties op bijvoorbeeld bij het Next Learning Event en de Game Workshop dagen,




















De voorbereiding vind ik soms lastig, als ik de verwachtingen van het publiek lastig kan inschatten. Over het algemeen geniet ik echter van het moment zelf: heerlijk om mijn enthousiasme te delen, uit te dagen en vooral te genieten van de directe interactie. Inderdaad: genetisch belast.

donderdag 27 februari 2014

Op weg met Oppia

Vandaag blijkt Google een nieuw pad te zijn ingeslagen: ze lanceerden Oppia. Da's een soort auteurstool waarmee je online leren kunt vormgeven. Centraal daarin staat (gelukkig maar) het organiseren van feedback. Een docent programmeert een soort (leer)pad, op basis van de (re)acties van de student.
Ik gebruik hier onderwijstermen, maar eigenlijk is het zeker ook buiten een schoolsituatie bruikbaar. Het sociale aspect van delen en elkaar begeleiden wordt aangekondigd, maar dat zie ik nog niet zo sterk terug als bij het Nederlandse Gibbon.
Kid with backpack starting a hike through some hills and mountains, with the Oppia logo as a signpost

Traditiegetrouw is alles open en in Beta. Mooi natuurlijk, maar aan de andere kant zijn er nog maar weinig voorbeelden beschikbaar. Ik krijg allerlei foutmeldingen en gekke loops.

Are you seeing this?
yes
Höh!
indeed
Default loop - something went wrong
Functioneel lijkt het me nog een stuk rudimentairder dan andere open source auteurssystemen zoals Udutu, dat ik zeven jaar geleden al probeerde.

Het blijft voorlopig vooral een belofte. Spannend, maar ik ben nog voorzichtig: het ontwikkelteam is niet groot, en onduidelijk blijft vooralsnog hoeveel Google hierin zelf wil investeren. Voorlopig lijken ze vooral op een groeiende community te hopen voor het uitbouwen van de software, die op Python is gebaseerd.

Eerlijk gezegd ben ik momenteel nog benieuwder naar een ander initiatief dat Moodle aankondigde: een eerste eigen MOOC, over Making sense of data. Misschien stiekem een promo voor hun product Fusion Tables, maar ik verwacht een didactische kwaliteit die opkan tegen Udacity of Coursera. Nog een kleine drie weken!

donderdag 13 februari 2014

Goede voornemens

Zo langzamerhand zie ik weer meer mensen roken en snoepen. Mensen die rond de jaarwisseling vol goede voornemens waren. Lastig om ze vol te houden, zeker in je eentje in de wereld vol verleidingen. Dat blijkt natuurlijk ook binnen organisaties. Daar is neit het bierbuikje een probleem, maar bijvoorbeeld gebrek aan klantgerichtheid of aan feedback geven op elkaar.



Het is geen kunst om een training of module te volgen over zo'n onderwerp, maar wel om het enthousiasme vast te houden in het dagelijks werk. Van de hei terug in de klei gaan we weer 'gewoon' aan het werk. Jaar na jaar blijven we zo tegen dezelfde knelpunten aanlopen en verklaren ze onoplosbaar.

We proberen natuurlijk het leren op de werkplek te versterken en broeden op oplossingen om gezamenijke speerpunten een plek te geven in het dagelijks werk. Voor een aantal organisaties kwamen we daarvoor uit op een app die stimuleert om elkaar te waarderen op het gewenste gedrag.

Op een aftrapbijeenkomst maakt een team afspraken over gewenst gedrag. Zo tastbaar en concreet mogelijk natuurlijk. We willen het gedrag komende tijd zelf meer vertonen, maar ook graag meer bij anderen zien. Complimenten helpen daarbij enorm: een positieve stimulans voor het gewenste gedrag.

Onze app faciliteert het geven van een (digitale) pluim aan een collega, op een van de afgesproken speerpunten. Aan het einde van een vergadering nemen we bijvoorbeeld een minuutje de tijd om individueel te bepalen wie het gedrag het meeste vertoonde. Of aan het einde van de dag kiezen we een collega die excelleerde. Zoals jij anderen waardeert, zo word je zelf gewaardeerd: je hebt tussentijds inzicht in je eigen 'scores'. Het is geen wedstrijd, maar het stimuleert de zelfreflectie en nodigt uit tot experimenteren.


Uiteraard wordt periodiek de koploper in het zonnetje gezet. Welke tips of valkuilen heeft hij of zij te delen? En zijn we als team voldoende gegroeid om een volgend speerpunt op te pakken?
















Dit soort gamification komt terug als kleine losse 'app' die mobiel te gebruiken is, maar ook in oplossingen als Achmea's power app. In ons eigen Change-team hebben we de tool al in 2012 uitgeprobeerd. We schrokken ervan hoe krachtig het werkte; bijna gevaarlijk hoe sterk collega's zich erdoor lieten meslepen. Niets van "You win some, you learn some". Pas deze week hebben we de tool Bright Alley-breed ingezet voor onze goede voornemens. We hebben enkele van de Conclusion waarden gekozen en geconcretiseerd.








We experimenteeren in groepsgrootte, beloning, context en aansturing. Spannend of het ook in dit verband werkt!


zaterdag 8 februari 2014

Lego

Studiegenoot en vriend Arno Fluitman staat terecht te pronken met zijn groeiend imperium. Toen hij een paar jaar geleden vertelde dat hij zijn LEGO webshopje serieus wilde ontwikkelen, dacht ik niet dat hij zó serieus was. Miljoenen omzet, fysieke winkels, internationale vestigingen en vooral veel plannen voor méér. Arno heeft een sterke visie en ziet overal kansen voor innovatie en slimme samenwerking. Prachtig om te zien!


Voor mijn gevoel was LEGO in mijn jeugd al overal, maar het marktaandeel blijkt nog steeds toe te nemen. Mijn steentjes pasten vroeger in een stevige emmer: genoeg voor het bouwen van brandweergarages tot microscopen. Inmiddels hebben we meer dan vier megakratten in huis, die elke verjaardag verder gevuld worden. Maar ook de grote mensenwereld dringt het door.

Op Let'sPlayInnovation vorig jaar deed ik een inspirerende sessie Serious Play. Op een speelse manier ideeën en visie ontwikkelen, met speciale LEGO sets en zelfs speciaal gecertificeerde moderators. Was erg leuk, maar eigenlijk zat het dat minder in de begeleiding of bijzondere soort blokjes. Ook met standaard setje kun je helemaal los met een frisse geest. Bij Bright Alley doen collega's dat ook regelmatig. Soms voor de lol, om filmscenes na te bouwen. Soms om prototypes in elkaar te zetten. Wat zou dit bijvoorbeeld zijn?
foto.JPG wordt weergegeven
SPOILER: Het is een game voor een grote winkelketen die we momenteel ontwikkelen. Geen commentaar op de grote winkelwagen alsjeblieft ;-)

Op een snelle (en vroege) manier prototypes maken helpt ons om snel grip te krijgen en met weinig moeite te kunnen testen en bijstellen. Snelle iteraties zijn cruciaal, zeker voor het ontwikkelen van games. Ik broed nog op mogelijkheden om LEGO te gebruiken in onze producten zelf, online of fysiek. Voorstellen hebben het om uiteenlopende redenen tot nu toe niet gered. Terwijl het me zo leuk lijkt om op zijn minst een educatieve stop motion movie te maken.


Het LEGO'st was ik eigenlijk nog bij mijn vorige bedrijf Cirquest. Bijna vijftien jaar geleden ontwikkelde ik daar een modulair soort figuren die inmiddels in allerlei huidskleuren en beroepen zijn gegroeid tot een kleurrijke modulaire wereld. Leuk om te zien dat deze 'QB' animatievorm na al die tijd nog steeds gebruikt en uitgebreid wordt, omdat het flexibel, efficiënt en vooral leuk is.


woensdag 22 januari 2014

Anders op weg

Voor de deur staat een lease-auto, maar als het even kan ga ik fietsend naar mijn werk. Niet teveel over nadenken, gewoon opstappen. Onderweg merk je vanzelf hoe heerlijk het is: elk seizoenen is anders en er zijn altijd wel verrassingen. Ik bedoel dan niet zozeer buien of lekke banden, maar meer spelende reetjes naast het fietspad of bekenden die je tegenkomt.

















Zo'n goede gewoonte is niet alleen goed voor mijn conditie, maar ook voor het milieu. Ik heb ook zat slechte gewoontes, dus ik kan me goed voorstellen dat andere forensen juist klakkeloos in de auto stappen. Ook al hebben ze ergens in hun achterhoofd goede voornemens. Cruciale vraag is hoe je je gedrag kunt veranderen?
















Allerlei modellen zie je voorbij zien komen ronde (sheet 3) en rechte (sheet 4). Natuurlijk gaat het om afleren, ontdooien en speels prikkelen, maar ik wilde nu even stilstaan bij de omgeving. Die maakt natuurlijk veel uit. Wanneer een individu in een organisatie in zijn eentje probeert te veranderen is dat extra lastig omdat de omgeving niet meewerkt. Sterker: die verwacht het vertrouwde gedrag. Ze zien je al aankomen, zwetend op de fiets: Waarom dát nou? Is je auto kapot? Even afvallen in januari? Ben je ook van die geitenwollensokken geworden? Doe even normaal, zometeen moet ik zelf ook nog!
















De omgeving kan echter ook andersom werken. Onderzoek toont aan dat de directe sociale omgeving ook een stimulans kan zijn om voornemens waar te maken. En als we het fietsen naar het werk als concreet voorbeeld nemen, wie zou dan dat steuntje in de rug zijn? Volgens mij kinderen, vooral eigenwijze 'tweens' tussen de 8 en de 12. Die zijn van nature geëngageerd, praktisch en stronteigenwijs. Die van mij in ieder geval :)













We hebben een idee uitgewerkt waarbij ouder en (buur)kind spelenderwijs het onderwerp aansnijden en komen tot een soort 'challenge': de ouder gaat slimmer reizen, het kind stelt een (geheim) persoonlijk cadeautje in het vooruitzicht. De challenge loopt uiteraard wat langer, om goed gedrag in te slijpen. Tijdens die periode is uiteraard van alles gegamified, geprikkeld, gemeten, gevisualiseerd en gedeeld.





Het simpele basisidee hadden we twee jaar geleden al, maar het kostte nogal wat papierwerk, CO2-berekeningen, pitches en doorzettingsvermogen voordat we het een stapje verder kunnen brengen. Vandaag werd ik gebeld dat er eindelijk draagvlak en budget is voor een pilot via een aantal scholen! Da's natuurlijk nog maar een eerste stap: we gaan vooral praktisch met de doelgroep aan de slag om te kijken of/hoe het werkt!

We zijn op weg, welke school doet mee?

dinsdag 14 januari 2014

Advocaat van de duivel

Vanmorgen was er wat bijzonders tijdens mijn fietsroute van Zeist naar Utrecht. Bij het PGGM-paleis reed ik in een fuik van protestanten van stichting "Christenen voor Israël". Van alle kanten werd ik toegeroepen dat een boycot verschikkelijk was. Ik kon er nauwelijks doorheen, het leek alsof ik een alpencol aan het beklimmen was.

Eigenlijk was ik het niet met de protestanten eens, maar... Ik voelde goed wat zo'n andere mening met je doet. Groepsdruk, zeker als ze je bijna van je fiets sleuren. Uitstekend om zo je mening aan te scherpen en om te voorkomen dat je in een omgeving van gelijkgestemden maar een beetje meehobbelt.

Bij Bright Alley kom je die 'advocaat van de duivel' ook vaak tegen. Niet alleen bij het onderling sparren, maar ook in de (game)oplossingen, om de beslissing van de deelnemer op scherp te zetten. Bij meer sociale games proberen we hiervoor diverse, multidisciplinaire groepen te vormen. Bij meer individuele games is die advocaat soms ingeblikt: als een antwoordoptie gekozen wordt, legt de game je een tegenargument voor. Klinkt logisch, zat je wel op het goede spoor? Je kunt nu nog terug. Mooie game mechanic, die "double or quits".



Momenteel maken we voor een autobedrijf een module over compliance die er al direct mee begint. Op basis van één eerste stelling belandt je direct in een scenario van tegengeluiden en nuanceringen. Hoofddoel is namelijk niet de kennis over de regeltjes, maar elkaar aanspreken en discussie over dit onderwerp. Juist omdat de waarheid in het midden ligt...

vrijdag 10 januari 2014

Studiepunten voor online colleges

'Revolutionair.' Zo noemt minister Bussemaker online colleges vandaag, op nu.nl en bij DWDD. Ze wil dan ook dat studenten studiepunten kunnen verdienen via online colleges.

Ik schrok nogal van het bericht. Allereerst van het gebruikte woord 'revolutionair'. Voor het opnemen van een college alleen al. Er zijn nu toch wel voldoende voorbeelden waarbij video allang 'gewoon' functioneert. Heel TED, alle MOOC's, de Khan Academy, en zelfs op mijn oude TU Delft bijvoorbeeld zijn ze er serieus en lang mee bezig onder de hippe retronaam Collegerama. Alles kun je terugkijken, tot en met twee uur heerlijk gebrom van Maarten van Rossum uit 2006. Sterker nog: al acht jaar terug werd er geschreven: "Het routinematig opnemen van hoorcolleges is iets wat binnen de universitaire wereld al regelmatig voorkomt." Uit evaluaties kwam duidelijk naar voren wat valkuilen waren en wat vooral de didactische mogelijkheden van toegevoegde interactiviteit.
















En daar komen we bij het punt waar ik eigenlijk van schrok: dat je studiepunten haalt voor het college zelf. Alsof het uitzitten van een college (online of niet) een prestatie is. Of zelfs een activiteit genoemd mag worden! Hoeveel airmiles zou ik dan wel niet verdiend hebben met de eindeloze rij youtube-fimpjes de ik dagelijks verslind? Trapt de minister nu echt in de oeroude valkuil door te focussen op inhoud in plaats van doen en ervaren? Het gaat in mijn opinie eigenlijk alleen om studieactiviteiten, interactie en feedback. En vooruit, ook om een vorm van toetsing achteraf.

Van schrik ben ik er wat dieper ingedoken. Uit het videointerview blijkt gelukkig enige nuance.


De minister wil een miljoen investeren, altijd goed. Ze ziet het als een aanvulling op gewone colleges en werkcolleges in het kader van reguliere opleidingen aan het hoger onderwijs. Ze lijkt niet te beseffen dat online colleges ook interactieve webinars kunnen zijn. Webinars waarin bijvoorbeeld:
  • Deelnemers op basis van hun voorkennis ingedeeld worden in deelgroepen
  • Deelnemers vragen, stemmen op stellingen en testjes doen, op basis waarvan de expert reageert
  • Deelnemers samen opdrachten maken en aan elkaar laten zien en reflecteren 
  • Deelnemers online rollenspelen doen
Eind vorig jaar hebben we in samenwerking met Xwebinar zo'n webinar georganinseerd voor nieuwe lichting medewerkers bij het UWV. Het ging over het juridisch kader van de sociale zekerheid. Niet bepaald een sexy onderwerp, maar we hebben met quizjes, tussenopdrachten en mystery guests er iets moois van gemaakt. Het webinar was ingebed binnen een programma met een studielast van drie uur, waarin deelnemers stapsgewijs werden meegenomen in hogere interactie en complexiteit.















Ondanks vele testrondes waren er op het moment suprême onvoorziene technische problemen aan de (Indiase) kant van de provider. De 140 deelnemers bleven ondanks die hikken gelukkig toch allemaal bij de les en keken zeer positief terug. Een leerzame ervaring, voor henzelf en de opdrachtgever. En voor de minister ;-)

zaterdag 4 januari 2014

Terzijde

Via de Coursera MOOC rond Gamification kwam ik op het spoor van Amy Jo Kim. Een Amerikaanse hoogleraar met een verfrissende, relativerende kijk op gamification. En ook iemand die een veel handiger en generieker taxonomie van game drives heeft ontwikkeld dat het oude model van Bartle. Ze onderscheidt deze vier typen en vooral activiteiten hier.














Maar goed, dat terzijde. Ik wilde het namelijk even hebben over iets dat zij terzijde noemt aan het einde van een lezing die ik terugkeek.


Ze maakt daar een opmerking over het betrekken van de eindgebruikers. Een open deur lijkt het, want we weten door schade en schande dat je ze niet pas aan het einde van een project kunt betrekken om nog 'even' de gebruiksvriendelijkheid te testen. In het kader van User Centered Design zijn ze vanaf het begin van het project betrokken, bijvoorbeeld als persona en gesprekspartner. En over dat laatste meldt Amy Jo Kim dat je dat vooral niet moet doen in een panel, maar op de werkvloer zelf.

Belangrijke nuance die ik uit eigen ervaring alleen maar kan onderschrijven. Niet alleen zie je dan veel meer context en interactie, maar volgens mij zijn de mensen dan ook meer in hun element en eerlijker. Ik zou zelfs nog een stapje verder willen gaan. Bij een project voor een verzekeraar kregen we de meeste houvast niet eens op de werkvloer, maar in de pendelbus naar het station. Pas daar kwamen de twijfels en passies goed los. Wat toen een terzijde leek, werd de basis van het succes!

vrijdag 3 januari 2014

Toekomst

Ik werd geattandeerd dat er een item over gamification bij Eén Vandaag was. Horst Streck heeft ruim ervaring met games, maar toch was ik niet zo enthousiast. Interessant vond ik het onderdeel over hoe het middelbaar onderwijs schorvoetend richting games beweegt en wat daar drempels zijn. Vooral COTS games en rollenspellen kwamen aan de orde, en hoe docenten hiermee omgaan.













Zo'n item is maar kort en voor een brede doelgroep, dus ik moet niet te kritisch zijn. De gamification van de samenleving die was aangekondigd vond ik niet uit de verf komen: geen verfrissende of prikkeldende soundbytes of vergezichten als ooit Jane McGonigal. Als leek achter de buis zou ik toch mijn schouders ophalen aan het einde van het itempje, als Horst Streck de glijbaan weer omhoog glijdt. En als Google Glass en performance support meteen onder gamification geschaard worden komt het mij wel wat hyperig over.

Voor het brede perspectief is het misschien goed om wat nader te kijken naar de hypes en trends in het onderwijs die door Kennisnet worden beschreven. Gamification komt hier uiteraard ook aan bod.












Vooruitkijken blijft moeilijk, benieuwd hoe ik over vijf jaar m'n blogjes teruglees... In dat licht vond ik het prachtig om te zien hoe Asimov veertig jaar geleden de toekomst van nu prachtig voorspelde!

donderdag 2 januari 2014

PowerApp

Omdat het gedachtegoed rond 70-20-10 steeds verder doorsijpelt, komt ik steeds meer vragen tegen rond 'permanente actualiteit'. Hoe creëer je ruimte voor professionalisering in de dagelijkse drukte? Wat stimuleert medewerkers zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun kennisniveau? Hoe wapen je medewerkers tegen veeleisende kenniseisen?

  


Als antwoord op die vragen ontwikkelden we met Achmea Academy een ‘Power App’. Thermometers in de app geven de medewerker een indicatie van actuele kennis op vier terreinen. Wie niets doet, ziet het niveau langzaam afnemen, (analoog met de bekende ‘vergeetcurve’ van Ebbinghaus). Een slimme toepassing van gamification dus.



Naast inzicht in zijn kennisniveau, biedt de app de medewerker  allerlei mogelijkheden om te groeien tijdens het dagelijkse werk. Medewerkers dagen elkaar onderling uit voor kleine kennis-battles. Ze lezen en reageren op korte nieuwsberichten en stellingen. Ze gaan zelfs eigen kennis toevoegen en elkaar waardering geven voor in de praktijk vertoonde kennis.


Alle korte interacties zijn speels weergegeven in deze gamified app. De app is de ruggegraat voor het stimuleren van de, door de AFM bij Achmea vereiste, Permanente Actualiteit. Door slimme rapportages geeft de PowerApp snel inzicht in kennislacunes binnen een groep, waardoor managers eventuele aanvullende leerinterventies gericht kunnen inzetten.



Wat het project voor mij vooral zo mooi maakt is de samenwerking met organisatie. Aan de ene kant zijn gebruikers, managers en betrokkenen bij de Academy bijzonder betrokken en enthousiast. Aan de andere kant wordt er tegelijkertijd ook kritisch de vinger aan de pols gehouden. Uitgebreide statistische analyses en diepteinterviews komen terug in een stevig evaluatierapport van ruim 40 pagina's. Het is zonder meer positief, maar beschrijft ook de tekortkomingen en doet aanbevelingen voor uitbouw in een volgende fase. Fijn om daar samen de tanden in te mogen zetten!